top of page

De moord op
Pater Penneman

In de Tachtigjarige oorlog (1568-1648) scheurde Nederland zich af van de Spaanse overheersing. Vlaanderen bleef bij Spanje. In Sente zitten we volop aan het front. De Nederlanders werden protestant en de Vlamingen bleven katholiek. Dat moest vonken geven.

 

Onze geschiedschrijver, Pastoor De Swaef, noemde de protestanten steevast “geuzengespuis” en had er geen goed woord voor over. Ja, die kwamen ook in zijn winkel niet hé.

 

Je had verschillende soorten geuzen. De watergeuzen kregen van Willem de Zwijger kaperbrieven en maakten de zeeën onveilig. De bosgeuzen vochten op het land en verschuilden zich in de bossen. En daar had Sente er genoeg van. De bossen in onze streek strekten zich in die tijd uit tot aan Brugge. De bosgeuzen terroriseerden de streek en ondernamen strooptochten tot bij Gent. Ze vermoordden verschillende priesters en kloosterlingen

Zo ook overkwam het Frans Penneman, de gardiaan (kloosteroverste) van het Recolettenklooster in Sluis. Penneman was een begenadigd prediker en kwam graag in de dorpen rond Sluis het “ware geloof” verdedigen. In september 1575 komt Penneman te voet van Sluis naar Sint-Laureins om een woordeke te placeren. Vrolijk fluitend wandelt hij langs Eede door de bossen naar Sint-Laureins. In de Biezen komt er plots een kerel van achter een boom gesprongen. Blijkt dat achteraf over Andries Bosschaert te gaan. “En waar gaat meneerke naartoe?” “Uit de weg man”, roept Penneman, “ik ga naar Sint-Laureins om het ware geloof te verkondigen”. “Niets van”, brult Bosschaert, “ge hebt het volk al genoeg bedrogen. We zullen daar ne keer een einde aan maken”.

 

En Bosschaert was niet alleen gekomen. Uit de struiken komt een hele meute bosgeuzen tevoorschijn.

Gans de groep vliegt op onze arme pater en geeft hem me daar een pandoering, ’t kan niet op. Als de sukkelaar bont en blauw geslagen op de grond ligt krijgt hij van een van de rabauwen nog een slag van een bijl in zijn keel er bovenop. Morsdood natuurlijk. De geuzen verbergen het lijk in een gracht. Pas vijf dagen later wordt het daar toevallig door een paar schaapherders, die van de Comer met hun schaapjes tot hier afgedwaald waren, gevonden. Die voeren het lijk van de martelaar met zich mee tot in het dorp van Sint-Laureins. De inwoners van Sente hebben het lichaam van Pater Penneman begraven in hun kerk. Lange tijd werd in de processie van Sente een replica van de bijl waarmee Penneman vermoord werd meegedragen.

Andries Bosschaert, de kopman van de bende, werd al snel aangehouden door de baljuw van Gent en veroordeeld tot de brandstapel. Dat gaf nog aanleiding tot een van de eerste gijzelingen in onze streek. Als Bosschaert klaar staat om in de fik gestoken te worden wordt er een brief afgeleverd aan de baljuw. De bosgeuzen hadden de zoon van een edelman en een minderbroeder ontvoerd. Als Bosschaert op de brandstapel kwam zouden zij vermoord worden. Al wat men aan Bosschaert zou doen zouden zij de gijzelaars doen ondergaan. Het vonnis werd een poos opgeschort maar kort daarna toch uitgevoerd. Wat er met de gijzelaars gebeurd is wordt niet vermeld.

 

Nog erger verging het de moordenaar van pater Penneman zelf, een zekere Jacob de Meyere, een vroegere schoenmaker uit Gent, die zichzelf “den Vijand der Papen” noemde. Geen priester was veilig voor hem. Hij was het die de pater in 1575 zowat het hoofd heeft afgehakt. De Gentse baljuw kreeg ook hem te pakken en op 13 augustus 1576 werd hij ter dood veroordeeld. Ze hebben er daar in Gent wel een heel spektakel van gemaakt. Hij werd op een kar vastgebonden aan een ijzeren staak.

Aan het Gravensteen werd hem door de beul met een gloeiende nijptang zijn beide duimen afgenepen. Daarna vertrokken ze ermee op tocht. Onderweg werden hem zo op verschillende plaatsen de ene na de andere vinger afgenepen. En als zijn vingers op waren nepen ze nog een paar keer in zijn armen. Kwestie van de beul niet zonder werk te laten vallen op de tocht.

Want de reis ging vanaf het Gravensteen helemaal tot Mariakerke waar het executieoord lag. Jacob zijn ellende was daar nog niet voorbij want in plaats van hem gewoon op te hangen of in brand te steken bond men hem vast aan een ijzeren paal midden in een hoop stro en takkenbossen met een ketting van een meter of drie. Hij rukte nog wat aan zijn boeien om aan het vuur te ontsnappen, maar zijn ketting was bijlange niet lang genoeg. Hij verschroeide eerst een beetje en schoot tenslotte in brand. Gruwelijke en tergend langzame doodstrijd! Nochtans hadden ze hem vooraf gevraagd om berouw te tonen en zo een mindere straf te krijgen. De Meyere beweerde echter dat hij elke priester mocht doodslaan omdat de Prins van Oranje dit bevolen had. Geen berouw dus.

Ze spelen in 2004 in wat toen nog de trots van Sente was, het Godshuis.

Maar hun repertoire stopt daar niet, dat gaat over zwoel Latijns-Amerikaanse muziek naar heel moderne concerten.

bottom of page