Meer weten? Klik op More.
Uit Frankies doos vol nutteloze weetjes
Onze archiefmedewerker Frankie is volop de gemeenteraden van Sint-Laureins aan het uitpluizen. Hij treft er heel wat leuke maar totaal nutteloze weetjes aan over het dagelijkse leven in onze gemeente in die tijd.
In 1898 wordt het kuisen van de greppels uitbesteed voor 90 frank per jaar. Voor er sprake was van gescheiden riolering moesten de greppels vier keer per jaar gekuist worden, met Blasiuskermis (februari), Pasen, in de zomer en vóór de septemberkermis. In uitzonderlijke omstandigheden moest er extra gekuist worden om het regenwater te laten wegstromen


In de gemeenteraadszitting van april 1947 komt de ontslagbrief van onze klokluider, A. Vandenfontyne (Achiel of Alfons? Wie het weet mag het zeggen), op tafel. Het ontslag wordt aanvaard en meteen wordt de vacature voor een opvolger opgesteld. Naast de gewone voorwaarden van goed gedrag en zeden en dergelijke zien we dat de nieuwe klokkenluider minstens 25 jaar moet zijn en van het mannelijk geslacht. Daar zouden ze nu niet meer moeten mee afkomen. De dames kunnen nu ook hun mannetje staan. Of is dat ook een seksistische zin? Ge moet zo opletten wat ge zegt de dag van vandaag.

Het in 1908 geïnstalleerde telefoontoestel in het gemeentehuis wordt blijkbaar goed gebruikt. Aangezien de bewoner van het gemeentehuis, mijnheer Geirnaert, hiervoor moet instaan vraagt hij een extra toelage van de gemeente van 100 frank. Die wordt niet goedgekeurd en de raad beslist in januari 1909 om “den telefoon” in een herberg in het dorp te plaatsen. Het schepencollege krijgt opdracht om hiervoor zo snel mogelijk gegadigden te vinden. Het café in kwestie wordt niet vermeld. Het zou kunnen het Bourgondisch Kruis of het Hof van Holland geweest zijn, die lagen het dichtste bij.

In april 1894 wordt er gezocht naar een geschikt perceel grond dat zou worden aangekocht voor de aanleg van een nieuw kerkhof. ’t Waren rappe mannen in die tijd want al in mei 1894 wordt beslist om het perceel grond achter de kerk aan te kopen.
Rappe mannen? Het nieuwe gedeelte van het kerkhof is volledig afgewerkt en wordt in gebruik genomen in 1953!!
De gemeenteraad wil meteen van de gelegenheid profiteren om de prijzen aan te passen. Het blijkt immers dat de Sentse prijs voor grondvergunningen voor kelders merkelijk lager ligt dan in de omgevende gemeenten. Dat heeft trouwens een vrij luguber neveneffect. Het kwam de laatste jaren wel meer voor dat een overledene reeds verschillende dagen, soms weken, begraven was en dat de familie pas dan een keldervergunning aanvroeg. ’t Was toch goedkoop. Dat er daarvoor een ontgraving en verplaatsing van een lijk moest gebeuren vonden ze niet erg. De gemeenteraad van november 1953 stelde vast dat dit allemaal in strijd was met de wet en schromelijk afbreuk deed aan de eerbied voor de overledene. De prijs voor een keldervergunning wordt dan ook opgetrokken tot 5.000 frank voor een tweepersoonsgraf. In de toekomst zullen ook alle ontgravingen ten strengste verboden worden en er zullen geen vergunningen voor kelders meer worden toegestaan als het lijk al begraven was.

Ah jullie dachten dat inflatie iets was van de moderne tijd. In 1921 konden ze er ook al over meeklappen, zelfs zonder het excuus van corona of oorlog. Een mooi voorbeeld daarvan is de quasi verdubbeling van de jaarwedde van champetter Jules Latomme. Zijn wedde gaat zo maar eventjes van 1.800 frank naar 3.500 frank. Of zou het feit dat Latomme aanzien werd als de dikste champetter van België, en dus heel wat kon naar binnenspelen, zowel vast als vloeibaar, daar iets mee te maken gehad hebben? En niet alleen de champetter profiteerde mee. Ook pastoor Verhulst kwam met zijn collectebus in de hand aankloppen. De sukkelaar kreeg ocharme 400 frank per jaar voor zijn huisvesting. De gemeente verdubbelde zijn toelage. De mindere goden, onderpastoors Peersman en Loof, moesten geduld hebben tot 1928 wanneer ook hun toelage verdubbelde. En wij maar denken dat de spreuk luidde “God zal het u lonen”. Het geld kwam van een echelon lager.
_JPG.jpg)
Vlaanderen boven. Vanaf oktober 1916 worden alle vakken in alle graden van de gemeenteschool in het Vlaamsch gegeven, als eerste stap naar het ABN zeg maar. Ook de handboeken van de leerlingen worden in die taal opgesteld. Vanaf het 6de leerjaar wordt Fransch opgenomen als leervak. Aan de studie van de moedertaal zal wekelijks 10 uur toegekend worden, aan de tweede taal 6 halve uren. En als afsluiter wordt er, vooraleer iemand ooit van een OKAN klas gehoord heeft, een speciale klas voorzien voor kinderen die een andere moedertaal hebben. Er bieden zich 20 kinderen aan. Een en ander heeft uiteraard te maken met de tijd waarover we spreken, we zitten midden in de eerste wereldoorlog. Er zullen allicht oorlogsvluchtelingen op ons grondgebied verbleven hebben.

In maart 1957 worden belangrijke verbeteringswerken goedgekeurd voor Buurtweg nr. 4, beter bekend als de Goochelaarstraat. Die weg was een grindweg, totaal versleten en niet meer berijdbaar. De werken zullen van de Goochelaarstraat deels een betonbaan van 3 meter breed maken en deels “een tapijt van bitumeuze materialen”, asfalt dus, die zal gegoten worden op de bestaande kasseien. Kwatongen beweren dat ze in 2023 aan de afwerking bezig zijn, met grind! Back to the future?

Van uw geburen moet ge het hebben! Eind 1930 had Eeklo het lumineus idee om zijn stinkend afvalwater af te voeren via de Slependammewatergang. Laat dit nu toch wel de Eeklose Watergang zijn zeker die zowat door het dorp van Sente loopt. Dit kwam ter ore aan onze vroede gemeenteraadsleden die er in de raad van november 1930 hun beklag over deden. De Eeklose Watergang was al ontoereikend om het regenwater van Eeklo af te voeren, laat staan het rioolwater. In de winter was de watergang vaak oorzaak van overstromingen van straten en landerijen in Sint-Laureins. Het stinkend rioolwater zou in de winter dan ook een onverdraagbare stank meebrengen. Was er in de winter te veel water, dan was er in de zomer te weinig. De vuilnis en de modder zou in de zomer dan opdrogen en aldus gevaar meebrengen op ziekten. De Sentse gemeenteraadsleden staan op hun achterste poten en vragen "eerbiedelijk" aan de Hooge Overheid om tussen te komen. Deze verplicht de stad Eeklo dan ook om hun rioolwater te zuiveren alvorens het in de watergang te storten. Maar Eeklo speelt het listig en zegt dat dit momenteel technisch niet mogelijk is. De Hooge Raad loopt erin en Eeklo krijgt uitstel om hun rioolwater te zuiveren. De Hooge Raad drukt wel de hoop uit "dat de stad niet zal nalaten ten behoorlijken tijd deze verplichting na te komen". De watergang heeft nog lang gestonken.
Ze moesten hier vroeger niet veel van vreemdelingen hebben, zeker niet van degene die niet werkten. De gemeenteraad belast de gendarmerie er in mei 1906 mee om de vreemde bedelaars die gewoonlijk met een karreken en gans hun huisgezin in de gemeente toekomen, van het Sentse grondgebied te verwijderen. “Mijne groeten van Sint-Laureins” moet hier gelezen worden als “Met de groeten van Sint-Laureins, en de wind van achter”.


De Sentse schoolmeester was nogal op orde gesteld en de schoolkinderen moesten hun “kloppers” (klompen) aan de deur van de klas laten staan en de lessen op hun kousen bijwonen. In de winter kon dat nogal eens tegenvallen en er kwamen klachten van de ouders. Raadslid Hoste werpt het probleem op in de gemeenteraad van april 1909. De voorzitter van de raad zal het schoolhoofd uitnodigen en, als de feiten juist zijn, hem verplichten hier een einde aan te stellen.
Altijd en eeuwig op zoek naar geld wordt er in augustus 1935 een commissie opgericht die ervoor moet zorgen dat uitbaters van foorinrichtingen, barakken en allerlei kramen op de eerstkomende gemeentekermis hun duit in het zakje doen. Als ze gebruik willen maken van het gemeenteplein zullen ze standgeld moeten betalen. Zo wordt de gemeentekas ontlast.
Zullen onderworpen zijn aan deze nieuwe taksen:
-
schietkramen, viskramen of kramen van maximaal 20 m²: 1 frank per m² met een minimum van 10 frank,
-
cirken, balançoirs (schommels), molens en zwiermolens, theaters en alle inrichtingen met een oppervlakte van meer dan 20 m²: 2 frank per m².
Om de pil wat te vergulden zullen de taksen gelden voor de 3 kermisdagen van september en de 2 feestdagen van Blasius (onze ondertussen afgevoerde winterkermis).
Bijgevoegde foto is genomen op een van de legendarische maandagen van Sentekermis, waar zowat gans Sente en omstreken op aanwezig was. Moet zowat 1970 geweest zijn.
.jpg)

De heer Verstichelen uit Gent wordt in 1903 aangesteld voor het maken van storsen voor het gemeentehuis. Het voorzien budget bedraagt 205 frank. Door een misslag bij de becijfering (waarschijnlijk hebben ze gewoon verkeerd gemeten) bedraagt de eindafrekening 280,80 frank.
Van mei tot september 1904 zijn er grote graveerwerken voorzien om de landbouwwegen te verharden. Onder andere Middeldorpe, de Waterstraat en de Goochelare zullen aangepakt worden. Een toelage zal aangevraagd worden bij de grote gelanden en bij de verenigde waterwegen. Die gaan akkoord op voorwaarde dat de werken binnen de geplande periode uitgevoerd worden. Er is niets nieuws onder de zon.


In 1902 vroeg veldwachter Jan Verniere een assistent. De aanstelling van een tweede veldwachter als hulp werd door de gemeenteraad niet goedgekeurd. Er werd in overweging genomen dat de gemeente de standplaats was van een brigade gendarmerie, die zeer veel bijdraagt tot handhaving van de orde en het naleven van de wet. Daarnaast was er nog een brigade tolbedienden die de grenzen met Holland bewaakte. Als troostprijs werd de wedde van onze veldwachter verhoogd van 800 naar 1.000 frank.
In 1896 wordt de gemeenteraad vernieuwd. Onder voorzitterschap van burgemeester Leopold De Sutter zweren de nieuwe gemeenteraadsleden getrouwheid aan de koning. Ik vind het wel leuk om te lezen dat die eerste gemeenteraad waar de leden de eed moeten afleggen officieel een bijeenwerping van een nieuw gemeentebestuur genoemd werd.
Begin 1900 was er opnieuw een bijeenwerping. Blijkbaar waren er toen om de 4 jaar gemeenteverkiezingen. Toch een leuke benaming, heel wat beter dan het saaie eerste gemeenteraadszitting na de verkiezingen.


De gemeenteraad van januari 1907 behandelt de vraag van ene Edmond De Ruyter om een regelmatige vervoerdienst voor reizigers en koopwaar in te richten tussen Sint-Laureins en Balgerhoeke. Die zou 5 keer per dag rijden. Van de legendarische Albert Van Damme was toen nog geen sprake en Theejken Debbaut was nog wat aan de jonge kant, die moest nog wachten tot 1928 om met het busje te mogen rijden? Trouwens, 5 ritten per dag, daar kunnen we nu alleen maar van dromen. De gemeenteraad droomde niet en verwees het verzoek naar de prullenmand.
Wat is dat hier in Sente met het vullen van puttekes? Al 100 jaar zijn ze op hetzelfde stramien bezig: putten opvullen met gravier, zeg maar grind, en wachten tot de gravier eruit gereden wordt om ze dan opnieuw te vullen met ... grind. Ze leren het blijkbaar nooit. Al midden de jaren 20 van de vorige eeuw is het een jaarlijks terugkerend punt op de gemeenteraad: verharding en verbetering van de wegen. En stelselmatig worden die wegen van put naar put opgevuld met grind. Binnenkort dus de jubilee van de gravjee. Al 100 jaar!
En nochtans stelde men in augustus 1931 voor om de wegen te herstellen naar Hollands model: eerst een sleuf graven, die dan volstorten met een goeie fundatie vooraleer grind te storten. Het is godgeklaagd maar er was onvoldoende draagkracht bij het bestuur en het voorstel werd afgevoerd. "Wat kennen die Hollanders nu van wegen aanleggen?". Zo werd gewacht om de Vuilpanstraat in den Oosthoek op Belgisch grondgebied (schreef ik toch wel bijna grindgebied zeker) aan te pakken tot de Hollanders hun kant van die straat hersteld hadden. Blijkbaar hebben ze niet goed afgekeken.


De wielrijdersbond doet een aanvraag bij de gemeente om hen voor 100 frank te subsidiëren voor het geven van wielerfeesten, zeg maar een koers, op 14 augustus 1898. De gemeenteraadsleden zijn niet al te vrijgevig, want er wordt met veel moeite (6 stemmen tegen 3) een toelage van 50 frank goedgekeurd, mits de club, zoveel het in zijn macht lag, zou zorgen voor de goede orde en om ongelukken te voorkomen in de snelkoers. De 50 frank zal waarschijnlijk voor de seingevers bestemd geweest zijn.
In 1892 wordt de wet op de mobilisatie van 1887 ingeroepen. De gemeenteraad beveelt een uitloting om 18 paarden te leveren aan het leger. Weet iemand of België toen in oorlog was? Of was het maar om goedkoop aan paarden te geraken?


In 1890 krijgt de fanfare Concordia een toelage van 12 frank bij iedere deelname aan feestelijkheden in een andere gemeente. Waarschijnlijk bedoeld voor public relations verdwijnt de 12 frank in de praktijk in de zakken van de plaatselijke herbergiers.
Pas 3 jaar na de inhuldiging van het gemeentehuis werd er in mei 1905 een goot gelegd om het regenwater af te leiden. Van een regenwaterput was bijlange nog geen sprake. Het water werd afgevoerd naar de Dorpsstraat met als gevolg dat, bij hevige regen, die Dorpsstraat wel eens tot aan de Vlamingstraat onder water kon staan.


Om ongelukken te voorkomen beslist de gemeenteraad in 1904 om een ijzeren leuning te laten plaatsen aan de Eekloosche Watergang op het einde van de Dorpsstraat. Henri Claeys zal die plaatsen aan 32 frank de kilo.
De bijgevoegde foto toont wel degelijk de Eeklose Watergang op het einde van de Dorpsstraat. Je zou het niet verwachten maar onder het onkruid vind je echt nog wel wat water.
In 1904 wordt het krulbollen volop gepromoot. Inrichters van wijkkermissen ontvangen een toelage van 30 frank als ze een kermisbolling organiseren met minstens 45 frank prijzengeld. Ze gaan er dus niet rijk van worden.


Waarschijnlijk om te vermijden dat er te veel met slijkpoten in het gemeentehuis zou rondgecrosst worden machtigt de gemeenteraad in 1903 het Schepencollege om een mat in coco’s aan te kopen om aan de ingang van het gemeentehuis te leggen. Kostprijs 17 frank.
Geloof het of niet maar zelfs met zulke pietluttigheden hield de gemeenteraad zich bezig.
Vanaf 1896 moet er toezicht gehouden worden op het slachtvlees. De gemeenteraad stelt een vleeskeurder aan die wordt belast met het keuren van het slachtvlees, zowel van paarden, ezels, stieren, ossen, koeien, varkens en schapen. Ook vlees van vreemde afkomst moet hij eerst gezien hebben vooraleer het mag verkocht worden. Van de vleeskeurder wordt verwacht dat hij houder was van de vereiste bekwaamheidsgetuigschriften.
Drie jaar later zit het er hem al bovenarms op. In 1899 eist boer Campe een som van 193 frank wegens het afkeuren van een koe. Na onderhandelingen wordt de zaak vriendelijk geregeld(toch mooier dan minnelijke schikking hé) voor een bedrag van 25 frank. Boer Campe zag het blijkbaar toch zo vriendelijk niet en stapte naar een advocaat. Na nieuwe onderhandelingen werd nog een som van 25 frank toegekend. Beide sommen werden uitbetaald uit de gemeentelijke kas voor onvoorziene uitgaven.


Zit Fons Longueville uit Sint-Hubertus erachter of hebben de diverse cafébazen samen gelobbyd? We weten het niet, maar in ieder geval brengt de gemeenteraad in 1901 goed nieuws voor de danslustigen (en dus voor de cafés). De danspartijen mogen voortaan doorgaan van 12 uur ’s middags tot 12 uur middernacht.
Wow, een dansmarathon! They shoot horses, don’t they?
In de gemeenteraad van april 1909 wordt erover gesproken om een 5de klas te voorzien in de gemeenteschool. De besluiten van het onderzoek hiernaar worden opnieuw te berde gebracht in de gemeenteraad van december 1909. De overbevolking van de school en de noodzaak voor een 5de klaslokaal is een fenomeen dat zich enkel in de winter voordoet en dan nog voor kinderen die buiten de gemeente wonen. De gemeenteraad is blijkbaar niet van plan om de belastingen te verhogen om een 5de klas te bouwen die alleen voor “vreemde” kinderen zou nodig zijn. Tot “grote spijt” van de raadsleden zal de toegang ontzegd worden aan kinderen die buiten de gemeente wonen.


De Sentse Dorpsstraat is een belangrijke verbinding naar de Nederlands grens en is van groot belang voor de handel met Nederland. Hij moet er in het begin van de 20ste eeuw echter nogal deerlijk bijgelegen hebben want in maart 1909 besluit de gemeenteraad eenparig om de Dorpsstraat tussen de steenweg op Balgerhoeke en Moershoofdebrug te voorzien van riolering en te beleggen met Zweedsche stenen, zeg maar kasseien. De werken worden geraamd op 66.089 frank.
In februari 1906 wordt besloten dat het verboden wordt om nog een herberg te openen die niet voldoet aan volgende eisen: de schenkplaats – waar de toog staat – moet een oppervlakte hebben van minstens 20 m² en de hoogte van de vloer tot aan het plafond of tot aan de balken mag niet lager zijn dan 2 meter 30 centimeter. Heel wat cafébazen groeven hun vloer uit tot ze de vereiste hoogte hadden. Ja, vindingrijk waren onze voorouders wel!


Frankie blijft graaien in zijn blik verdwenen beroepen.
Wisten jullie dat we in Sente een klokkenluider en een gemeenteklokopwinder hadden? De heer P. Vandenfontyne werd hiervoor in augustus 1903 door de gemeenteraad bedacht met een wedde van 100 frank voor het luiden van de gemeenteklok en nog eens 100 frank om dezelfde gemeenteklok regelmatig op te winden. Belangrijke job want als hij vergat om de klok op te draaien wist geen kat nog hoe laat het was. Wreed veel polshorloges waren er toen nog niet en alleen de rijke burgers hadden een zakhorloge.
Frankie heeft deze keer een blik verdwenen beroepen opengetrokken.
In mei 1905 wordt Charel Jodts aangesteld voor het aansteken en het onderhouden van de straatlantaarns. Hij ontvangt hiervoor 424 frank per jaar. Hoeveel dat was per lantaarnpaal stond er niet bij.


In 1900 is er sprake van om een stuk van de Boterhoek in te lijven bij Balgerhoeke. Het zou meestal korter of op zijn hoogst even ver zijn voor de mensen om in plaats van naar Sente in Balgerhoeke naar de kerk te gaan. De Sentse gemeenteraad verzet zich krachtig tegen deze fusie avant la lettre.
In de gemeenteraad van juni 1907 wordt erover gesproken om een openbare telefoondienst op te richten in de gemeente. Omdat dit de gemeente 351 frank zal kosten en die som toch ergens gerechtvaardigd moet worden, zal men eerst nagaan of de bevolking wel gebruik zal maken van deze dienst. De Sentenaars blijken niet echt te zitten wachten op deze communicatievorm en pas in december 1908 zijn er genoeg gegadigden om de plaatsing van een telefoontoestel in het gemeentehuis te rechtvaardigen. Meteen wordt een dienst opgericht om de ingeschrevenen thuis te gaan verwittigen als ze opgebeld worden, met alle waarborg van spoed en stiptheid bij een oproep.


In 1903 wordt een voorstel aangenomen van de heer Pieter Janssens om gedurende 5 jaar de gemeentewegen en dezes zoomwegen te onderhouden en indien nodig herstellingswerken uit te voeren. Hij zal hiervoor jaarlijks 400 frank ontvangen. Om dit allemaal mogelijk te maken zal een aanbesteding goedgekeurd worden voor de heer Adolf Vandenhende om 422 wagons steengroeveafval te vervoeren vanaf het station in Balgerhoeke voor 1,50 frank per ton. Er werden toen blijkbaar meer puttekes gevuld dan dat er daadwerkelijk hersteld werd.
In 1897 worden de verdiensten van mijnheer de paster eens onder de loep gehouden. Blijkt dat de man in totaal, met zijn wedde, begrafenissen, huwelijken, offerblokken enzovoort een omzet heeft van 8.175 frank. Als je dan weet dat het oorspronkelijk geraamde budget voor het bouwen van het nieuwe gemeentehuis 14.400 frank bedroeg, kon de pastoor niet klagen over zijn inkomen.
