top of page

Raymond Strymes vertelt

De militaire dienstplicht in België
van 1909 tot 1995

Tot 1909 kende men in onze contreien het systeem van vrijwilligers, conscriptie en loting om aan een slagkrachtig leger te geraken! In 1909 werd het onrechtvaardige loterijsysteem, dat vermogende rekruten toeliet om zich vrij van legerdienst te kopen door tegen vergoeding een plaatsvervanger te sturen, vervangen door de persoonlijke dienstplicht voor één zoon per gezin. Koning Leopold II ondertekende, drie dagen voor zijn dood, op 14.12.1909 de wet.

De oorlogsdreiging zorgde er echter voor dat op 30 augustus 1913 de algemene dienstplicht voor mannen werd ingevoerd, wat meteen zorgde voor de hoogstnodige aanvulling van het aantal soldaten.

 

Dan kregen we te maken met WO I en een goede kwarteeuw later met WO II met alle gevolgen van dien!

 

Na de tweede Wereldoorlog vervulden dienstplichtigen hun legerdienst niet enkel in België maar ook bij de Belgische strijdkrachten in Duitsland, waarbij ter compensatie de dienstplicht vaak enkele maanden korter was dan bij vervulling van de dienstplicht in België. De duur van de militaire dienstplicht verschilde naargelang de noden der Krijgsmacht van 6 maand tot 3 jaar. In de loop der jaren werden verschillende uitzonderings-maatregelen genomen waarbij afstel of uitstel kon bekomen worden afhankelijk van de noodwendigheden elk jaar opnieuw bepaald, o.a. medische geschiktheid, broederdienst, studies van langere duur,...

 

Vanaf 1963 konden gewetensbezwaarden een burgerdienst vervullen bij de Civiele Bescherming en bij uitbreiding ook bij organisaties van maatschappelijk nut, doch de burgerdienst was wel steeds aanmerkelijk langer.

 

Om de miliciens te ondersteunen werd door de katholieke zuil het sociaal netwerk "Milac" opgericht.

 

In 1994 dan, wordt de dienstplicht opgeschort en worden er verder geen dienstplichtigen meer opgeroepen, op 5 februari 1995 zwaaiden de laatsten af!

Het begon allemaal rond de leeftijd van 17 jaar met een brief van het gemeentebestuur om te verwittigen dat men was ingeschreven in de militieregisters van de gemeente. Men kon dan als men aan bepaalde voorwaarden voldeed afstel of uitstel aanvragen en als men dit niet verkreeg volgde in het jaar dat men 18 werd een bevestiging dat men onder de wapens zou worden geroepen. Een tijdje later kreeg men de oproepingsbrief voor het RSC het rekrutering en selectie centrum, tot in de jaren '80 in het Klein Kasteeltje te Brussel, waar de miliciens aan allerlei test werden onderworpen om de geschiktheid voor de militaire dienst of voor een bepaalde functie te bepalen, de beruchte "drie dagen". Men bleef het zo noemen ook al werd dit later op één dag afgewerkt. Op het einde van de selectie volgde dan een gesprek met een oriëntatieofficier waarna de nieuwe milicien terug naar huis werd gestuurd om te wachten op een marsbevel en een treinticket om zich in een opleidingscentrum te gaan aanmelden.

Zo had men het opleidingscentrum nr 3 in kazerne Majoor Blairon te Turnhout voor de Vlaamse miliciens van de landmacht, de miliciens voor de zeemacht trokken naar St.Kruis Brugge, de luchtmacht trok richting St.Truiden, voor de medische component moest men naar de Leopoldskazerne te Gent, voor een opleiding administratie de Dossin kazerne te Mechelen, enz...

De basisopleiding duurde 4 weken, eventueel aangevuld voor bepaalde specialiteiten. De eerste dagen waren gevuld met het afhalen van de persoonlijke uitrusting, het invullen van allerhande documenten en verschillende voorlichtingssessies.

Naast militaire dril, tactiek, schietoefeningen, sport en EHBO waren er ook de beruchte voorlichtingsfilmpjes over biologische, chemische en nucleaire oorlogsvoering en niet te vergeten de goed gedocumenteerde filmpjes over de verschillende geslachtsziekten, welke laatste men bij voorkeur programmeerde vlak voor de lunch! Er werd kennis gemaakt met verscheidene soorten wapens die uit elkaar gehaald werden en weer in elkaar moesten worden gestoken zonder stukken over te houden! Men kreeg tijdens de opleiding ook de nodige reeks vaccinaties, men kreeg allerlei dagelijkse karweien te doen en de opleiding werd bekroond met een driedaags bivak op een terrein op verplaatsing.

De laatste dag was er een officiële plechtigheid en wanneer de vlag was gestreken, vertrok men in groepjes naar de verschillende vooraf aangeduide eenheden, hetzij in België, hetzij in Duitsland, voor het verder vervullen van zijn volledige diensttijd, vooraleer definitief af te zwaaien!

 

Soms werd men later nog eens opgeroepen om "zijn kamp" te gaan doen, een soort bijscholing om up-to-date te blijven, men kreeg een plaatsaanduiding mee, waar men zich moest aanmelden bij mobilisatie in geval van oorlogsdreiging, wat hoogst geheim was (!) en op een ouderdom gekomen dat men niet meer fit genoeg geacht werd om het land te verdedigen moest men zijn kitzak met uitrusting die men mee naar huis had gekregen, terug inleveren!

bottom of page